Bekkenfysiotherapie
De bekkenbodem is een spierlaag onderin het bekken die de blaas met de urinebuis, de baarmoeder met de vagina en de endeldarm ondersteunt. Die bekkenbodemspieren zorgen ervoor dat urine, winden en ontlasting losgelaten of opgehouden kunnen worden. De spieren dragen bij aan de stabiliteit van het bekken. Ook hebben ze een functie bij seksualiteit. Functioneren de bekkenbodemspieren niet goed, dan kan dat tot problemen op deze gebieden leiden. Pijn in de onderbuik, in de bekkenbodem of bij het stuitje of schaambeen komen hierbij ook voor. Lage-rug- en bekkenpijn kunnen ook veroorzaakt worden door niet goed functionerende bekken- en bekkenbodemspieren.
De bekkenfysiotherapeut helpt u bij het leren herkennen, trainen en ontspannen van de spieren rondom het bekken. Daarbij wordt soms gebruikgemaakt van speciale apparatuur. Die apparatuur meet de activiteit van de bekkenbodemspieren en maakt die voor u inzichtelijk.
De bekkenfysiotherapeut adviseert u - als het nodig is - over houding, belasting, toiletgedrag, drink- en eetgedrag en ondersteunende hulpmiddelen zoals een bekkenband. Ook met vragen op seksueel terrein kunt u bij de fysiotherapeut terecht. De bekkenfysiotherapeut is bevoegd en deskundig om bij vrouwen inwendig onderzoek te doen.
De zorgverzekeraar vergoedt de bekkenfysiotherapeutische behandeling uit de aanvullende verzekering.
Alleen de behandeling van urineverlies wordt vergoed uit de basisverzekering. Daarvoor is een verwijzing van een arts of specialist naar de bekkenfysiotherapeut nodig waarop staat vermeld dat er sprake is van urineverlies . Vergoedingen uit de basisverzekering maken aanspraak op uw eigen risico.
Bekkenbodemproblemen
Dysfunctioneren wil zeggen ‘niet werken zoals het hoort te werken’. Dit kan met betrekking tot de bekkenbodem betekenen dat het gaat om een tekort aan spierkracht, een onvoldoende bestuurbaarheid van de bekkenbodemspieren of een teveel aan spierspanning in de bekkenbodem.
Omdat het functioneren van de bekkenbodemspieren van invloed is op het functioneren van blaas, endeldarm en ook op seksuele functies, kan een en ander kan leiden tot verschillende klachten. Dat kan betekenen:
- Moeite met ophouden van plas, windjes of ontlasting;
- Een niet te onderdrukken gevoel van aandrang om te plassen of te ontlasten;
- Een verzakkingsgevoel;
- Moeite met uitplassen en/of ontlasten;
- Pijn in de onderbuik, onderrug of rond de geslachtsorganen;
- Bekkenpijn;
- Pijn bij vrijen;
- Erectiestoornissen.
(Peripartum) Bekkenpijn
Veel vrouwen hebben tijdens hun zwangerschap last van klachten van en rond hun bekken. Hierdoor kunnen er in de zwangerschap en na de bevalling veel klachten in de lage rug, rondom bekken en in de benen ontstaan. Deze klachten staan onder invloed van bewegen en belasting. Vaak verdwijnen deze klachten na de bevalling, maar soms blijven klachten langdurig bestaan. Dat kan variëren van continu pijnklachten tot alleen vlak voor en tijdens de menstruatie. Andere namen voor deze klachten zijn peripartum bekkenpijnsyndroom, bekkeninstabiliteit of symfysiolyse.
Tijdens de zwangerschap verweken de banden van het bekken, waardoor het bekken minder stevig, minder ‘stabiel’ wordt. Deze verweking is noodzakelijk omdat de baby tijdens de geboorte de bekkenring moet passeren. Deze verweking is dus een heel natuurlijk verschijnsel dat bij elke zwangere optreedt!! Soms echter veroorzaakt deze instabiliteit klachten.
Er bestaat ook een traumatische of mechanische vorm van bekkeninstabiliteit: deze wordt veroorzaakt door een ongeval of trauma (zoals vallen met de fiets, van de trap vallen of een heel zware bevalling) of een sportletsel (sliding bij voetbal). Je kunt wanneer zich klachten openbaren die wijzen op bekkeninstabiliteit zelf al veel doen. Houd rekening met de verminderde belastbaarheid van het bekken. Dat kan al door wat meer rustpauzes in te lasten, de zwaardere huishoudelijke en verzorgende karweitjes of lange werkdagen (tijdelijk) te beperken. Probeer ook het traplopen te beperken. Gun het lichaam wat extra rust, door een paar keer per dag minstens vijftien minuten te gaan liggen.
Wanneer er ernstige klachten optreden is het raadzaam hulp te zoeken bij een fysiotherapeut die gespecialiseerd is in het behandelen van patiënten met bekkenpijnklachten.
Goed plassen voorkomt nattigheid
Neem altijd de tijd om naar het toilet te gaan. Hoe rustiger, hoe effectiever! Hoe beter uw blaas of darm geleegd is, hoe langer het duurt voordat u weer naar het toilet moet. Een plasje kan soms best even uitgesteld worden. Als u het drinken van ongeveer 1½ tot 2 liter mooi verdeelt over de dag zult u ongeveer 6 tot 8 keer per etmaal plassen. In een gezonde volwassen blaas past normaal gesproken 300 tot 500 cc. Een en ander hangt af van wat de blaas is gewend.
Aandrang voor ontlasting uitstellen betekent vaak dat de aandrang verdwijnt en voorlopig niet meer terugkomt. Dat kan leiden tot verstopping.
Ga altijd goed op het toilet zitten. Dat betekent dat u goed op de bril gaat zitten en niet op het voorste puntje of (nog erger) dat u boven de bril blijft hangen. Zorg dat uw voeten plat op de grond kunnen steunen. Bij kinderen of bij kleine volwassenen is het raadzaam een voetenbankje of opstapje te gebruiken. Wanneer u alleen met uw tenen kunt steunen ontstaat er veel spierspanning in de benen en de bekkenbodem en zal het plassen en /of ontlasten bemoeilijkt worden.
Het plassen
Ga goed rechtop op het toilet zitten, de voeten op de grond, de handen liggen op de bovenbenen.
Ontspan de bekkenbodemspieren en plas in één keer rustig en volledig uit.
Pers niet mee. Laat de blaas zelf het werk doen. Meepersen helpt niet, het kan zelfs de plasbuis een beetje dichtdrukken.
Wanneer er geen urine meer komt, kantelt u rustig het bekken een aantal keren voor- en achterover. Zo kunnen ook de laatste restjes urine naar de plasbuis stromen en kunnen deze uitgeplast worden.
Rond het geheel af door de bekkenbodemspieren even goed aan te spannen, dan te ontspannen en daarna pas op te staan.
Wanneer u wel drang hebt maar de urine moeilijk of niet wil komen, kunt u ook proberen te kantelen. Beter is om een aantal keren uw bekken-bodemspieren rustig aan te spannen en weer los te laten. Zo komt de plasreflex meestal goed op gang.
Ga nooit “stippeltjes of streepjes plassen”. Dit is geen goede oefening en kan leiden tot het achterblijven van urine en daardoor tot urineweginfecties.
Het ontlasten
Voldoende drinken (1½ tot 2 liter) en een vezelrijke voeding houden de ontlasting zacht
genoeg om deze zonder veel moeite kwijt te raken.
Wanneer u drang tot ontlasting voelt, gaat u direct naar het toilet.
Ga rechtop op het toilet zitten, de voeten op de grond, de rug iets bol, de kleding goed naar beneden.
Pers rustig terwijl u uit ademt en de buik bol maakt.
Richt de druk naar de anus.
Wanneer de ontlasting niet komt, ademt u een aantal keren rustig in en uit. De buik beweegt hierbij goed mee (buikademhaling).
Als de ontlasting nog niet komt, kantelt u 10 keer het bekken achterover en ademt u hierbij rustig uit. Maak eventueel gebruik van een voetenbankje.
Komt de ontlasting niet terwijl u toch behoorlijke drang hebt, ga dan ca. 10 minuten intensief bewegen. Ga hierna weer naar het toilet en probeer opnieuw op de juiste manier ontlasting te krijgen.
Als de bodem te strak staat.......
De bekkenbodem ligt als een hangmatje van dunne spierlagen onderin het bekken.
Te zwakke bekkenbodemspieren kunnen leiden tot klachten, maar te gespannen of te actieve bekkenbodemspieren ook.
Een overactieve bekkenbodem kan leiden tot de volgende klachten:
- Pijn in de onderbuik, onderrug en/of in de bekkenbodem zelf;
- Pijn rond de geslachtsorganen;
- Plasproblemen, niet goed kunnen uitplassen;
- Veelvuldige urineweginfecties;
- Obstipatie;
- Problemen bij ontlasten, onvolledige lediging bij ontlasten;
- Het ontstaan van aambeien;
- Pijn bij gemeenschap (zowel bij mannen als bij vrouwen);
- Erectiestoornissen.
Een combinatie van deze klachten kan ook voorkomen.
Een gespecialiseerde bekkenfysiotherapeut kan behulpzaam zijn bij het leren herkennen van en omgaan met deze te hoge spierspanning, die vaak samengaat met een verhoogde spierspanning in andere delen van het lichaam. Er zal aandacht worden besteed aan het op gezonde wijze ledigen van blaas en darmen, zonder onnodige spierspanning of persgedrag.
Daarnaast kan aandacht besteed worden aan de rol van de bekkenbodem tijdens seksuele activiteiten.
Een keus zal gemaakt worden aan de hand van de specifieke klachten van de patiënt en altijd in overleg met de patiënt.